expand_more
search

Hengstenselectie reglement

Reglement Hengstenselectie - versie voorjaar 2023

Dit bestand is het leidende reglement.

Reglement Hengstenselectie

Versie: Voorjaar 2023, vastgesteld op de ledenraadsvergadering van 2 juni 2023.

In alle gevallen is de Nederlandse tekst van de Statuten en Reglementen leidend en doorslaggevend. In geval van (mogelijke) verschillen tussen de Nederlandse tekst en vertalingen daarvan, prevaleert de Nederlandse tekst boven de vertaling daarvan en heeft (het betreffende onderdeel van) de vertaling geen rechtskracht.

Dit reglement omvat:

A. De regels met betrekking tot het hele traject van selectie van hengsten voor opname in het Stam-boek voor hengsten (F), zoals bedoeld in het
Registratiereglement – artikel 11 lid 5 (hierna: “het stamboekregister”).
B. De regels geldend vanaf de inschrijving van hengsten in­­ het stamboekregister.

Ten behoeve van een goede uitvoering is naast dit reglement de Uitvoeringsbepaling Reglement Hengstenselectie van toepassing; deze uitvoeringsbepaling wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld. In het geval de uitvoeringsbepaling op enigerlei wijze strijdig mocht zijn met de inhoud van het Reglement Hengstenselectie, prevaleert het Reglement Hengstenselectie; in zo’n geval is het betreffende onderdeel van de uitvoeringsbepaling niet van toepassing en dient de uitvoering overeenkomstig de inhoud van het Reglement Hengstenselectie plaats te vinden.

Artikel 1 Fokdoel en Fokprogramma

1.1 Fokdoel

Bij de selectie van hengsten voor opname in het stamboekregister dienen de Statuten en Reglementen van het KFPS te worden nageleefd en is het Fokdoel, zoals vastgesteld door de ledenraad in de najaarsvergadering 2021, de basis; in dit Fokdoel is het ideaalbeeld van het Friese paard in al z’n facetten geschetst. Samengevat luidt het Fokdoel: Een functioneel gebouwd gebruikspaard in het bezit van de Friese raskenmerken, dat gezond en vitaal is, aanleg heeft om in de sport te presteren, een betrouwbaar karakter heeft en bewerkbaar is. Gelet op de inhoud van de Statuten (artikelen 3 en 29) en het Registratiereglement (artikel 5 lid 2) dient het Fokdoel te worden gerealiseerd binnen een gesloten fokkerij; dit betekent dat t.b.v. de stamboekregistratie, paarden alleen in de hoofdsectie geregistreerd kunnen worden, als de beide ouders in de hoofdsectie geregistreerd zijn.

1.2 Fokprogramma

De selectie van hengsten voor opname in het stamboekregister bestaat uit de Eerste Bezichtiging, de Tweede Bezichtiging, de Nakeuring, de Herkeuring, de Herkansing, de Voorrijdagen, het Centraal Onderzoek, de Herbeoordeling, het Verkort Onderzoek. Dit selectietraject maakt onderdeel uit van het fokprogramma van het KFPS. In het selectietraject worden de hengsten getoetst aan minimumeisen van meetbare- en niet-meetbare kenmerken. Aan het eind van het selectietraject, na het Centraal Onderzoek of Verkort Onderzoek, wordt op basis van alle verzamelde informatie/beoordeling besloten of een hengst wordt ingeschreven in het stamboekregister. De Selectiecriteria zijn: afstamming, mate van verwantschap met de populatie, exterieur (rastype, bouw, beenwerk), beweging, eindbeoorde-lingen Centraal Onderzoek of Verkort Onderzoek (sportaanleg), kwaliteit beenwerk op basis van  röntgenologische beoordeling, spermakwaliteit, veterinaire klinische beoordeling, gezondheid, karakter en stalgedrag. De hengstenkeuringscommissie adviseert het bestuur over inschrijving van hengsten in het stamboekregister; op basis van deze adviezen beslist het bestuur over inschrijving van hengsten in het stamboekregister. Deze adviezen zijn voor het bestuur bindend. Het bestuur kan alleen aan een advies het bindend karakter ontnemen, indien: a.) de totstandkoming van het advies strijdig is met het Reglement Hengstenselectie of met enig ander reglement van het KFPS; of b.) het bestuur het advies tot inschrijving strijdig acht met het algemeen belang van het KFPS. Ná inschrijving in het stamboekregister worden de stamboekhengsten op basis van de kwaliteit van de nakomelingen beoordeeld door middel van een nakomelingenonderzoek. Tevens worden zij jaarlijks beoordeeld.

Artikel 2 Hengsten(her)keuringscommissie, Jury

De beoordeling van de hengsten voor inschrijving in het stamboekregister wordt uitgevoerd door de hengstenkeuringscommissie. Veulenboekhengsten die voor een Herkeuring worden aangeboden, worden beoordeeld door de hengstenherkeuringscommissie (zie Huishoudelijk reglement). De beoordeling van de hengsten geregistreerd in het stamboekregister geschiedt door een hiervoor door het be-stuur benoemde jury, bestaande uit leden van de KFPS-inspectie eventueel aangevuld met KFPS-juryleden. Bij belet van een jurylid voorziet het bestuur in een vervanger.

Artikel 3 Aanmelding en afmelding

Aanmelding voor de Eerste Bezichtiging, Nakeuring, Herkansing, Herkeuring en Verkort Onderzoek kan uitsluitend plaatsvinden via Mijn KFPS. De aanmelding dient vóór de sluitingsdatum ingediend te zijn. Te laat aangemelde hengsten worden niet geaccepteerd. Aanmelding voor de overige in dit reglement opgenomen keuringen/selectiemomenten is niet mogelijk; deelname daaraan kan uitsluitend plaatsvinden via aanwijzing door de hengsten(her)keuringscommissie. Alleen KFPS-leden kunnen hengsten aanmelden voor een keuring. Daarbij dienen de eigenaarsgegevens op het aanmeldingsformulier gelijk te zijn aan de bij het KFPS geregistreerde eigenaar. Wanneer de gegevens van de aanmelding niet overeenkomen met de geregistreerde eigenaar, dan dient het registratiebewijs voorafgaand aan de keuring op naam te worden overgeschreven. Pas wanneer het registratiebewijs is overgeschreven kan de hengst aangemeld worden voor een keuring. Afmeldingen dienen voorafgaand aan de keuring doorgegeven te worden. Wanneer een hengst niet op de keuring verschijnt, dan zal aan het secretariaat van het KFPS een veterinaire verklaring moeten worden overlegd. Kan deze verklaring niet (uiterlijk een dag na de keuring) worden overgelegd, dan worden de keuringskosten in rekening gebracht. De eventuele aanwijzing voor een vervolgselectie vervalt bij afmelding zonder veterinaire reden. In het geval van de Voorrijdagen, het Centraal Onderzoek en Verkort Onderzoek gelden aanvullende voorwaarden, welke vermeld zijn in de betreffende vervolgartikelen.

Artikel 4 Vaccinaties

De vaccinaties dienen in het paardenpaspoort te zijn vermeld. Een vaccinatiebewijs is uitsluitend geldig, indien kan worden vastgesteld dat het behoort bij de hengst waarmee aan de keuring wordt deelgenomen en waaruit blijkt dat de betreffende hengst als volgt tegen influenza is gevaccineerd:

a.        Voor hengsten geboren vóór 1 januari 2022 dient de basisvaccinatie tegen influenza te bestaan uit twee vaccinaties, die minimaal 21 en maximaal 92 dagen na elkaar moeten zijn toegediend. In de periode tussen deze twee vaccinaties mag de hengst niet aan de keuring deelnemen. Voor hengsten geboren in het jaar 2022 of later dient de basisvaccinatie tegen influenza uit drie vaccinaties te bestaan: de tweede vaccinatie moet minimaal 21 en maximaal 92 dagen na de eerste zijn toegediend, gevolgd door een derde vaccinatie die minimaal 5 maanden en maximaal 7 maanden na de tweede vaccinatie moet zijn toegediend (voorbeeld: wanneer een hengst op 1 januari 2023 zijn tweede vaccinatie heeft gekregen moet de vaccinatie tussen 1 juni en uiterlijk op 1 augustus 2023 zijn toegediend). In de periode tussen de eerste en de tweede vaccinatie mag de hengst niet aan de keuring deelnemen. In de periode tussen de tweede en de derde vaccinatie mag de hengst aan de keuring deelnemen met inachtneming van lid c van dit artikel.

b.        Vervolgens dient jaarlijks de vervolgvaccinatie te zijn gegeven (voorbeeld: wanneer een hengst op 1 maart 2022 is gevaccineerd, dan dient de vervolgvaccinatie op uiterlijk 1 maart 2023 plaats te vinden).

c.        Een vaccinatie dient minimaal zeven dagen voor de (eerste) keuring(sdag) te zijn toegediend. Het is in deze zeven dagen niet toegestaan dat de hengst aan de keuring deelneemt.

d.        Vermeldingen van vaccinaties zijn uitsluitend geldig wanneer deze zijn voorzien van de sticker met het batchnummer van de entstof (of de        vermelding van het serie/ batchnummer van de entstof ingeschreven door de dierenarts die de vaccinatie heeft toegediend), de datum van de                            vaccinatie en de handtekening en het (praktijk)stempel van de dierenarts, die de vaccinatie heeft toegediend.

e.        Wanneer de basisvaccinatie en de vervolgvaccinaties voorheen in een afzonderlijk vaccinatieboekje zijn vastgelegd, dient de dierenarts de volgende    tekst in het paardenpaspoort op te nemen: “The vaccination history of this horse is correct. Last vaccination on: [datum].” Deze Engelse regel dient te          zijn opgenomen in een FEI-paspoort. Voor hengsten met een ander paspoort dan een FEI-paspoort, volstaat de regel in het Nederlands. Deze regel                moet zijn afgetekend en afgestempeld door de dierenarts, ongeacht de taal waarin de regel is opgenomen. Voor hengsten geboren in het jaar 2008 of              daarna dienen zowel de basisvaccinatie als alle vervolgvaccinaties in het paarden-paspoort te zijn vastgelegd.

Het vaccinatiebewijs (paardenpaspoort) dient voorafgaand aan de keuring ter controle worden aangeboden bij het secretariaat van het KFPS. Hengsten die niet de nodige vaccinaties hebben gehad, worden niet toegelaten en dus ook niet gekeurd.

Artikel 5 Hoefbeslag

De hengsten mogen rondom beslagen worden voorgebracht in alle keuringsronden, zolang het beslag aan de volgende eisen voldoet:

  • Voor: normale ijzers van 8 mm dikte en 22 of 25 mm breed.
  • Achter: klapijzers van 8 mm dikte en 22 of 25 mm breed.
  • Aan het beslag mogen geen wiggen, zolen of andere voorzieningen aangebracht zijn.
  • Er dient correct te worden beslagen, dit betekent dat maskeren van niet acceptabele been- en/of hoefstanden niet is toegestaan.

De hengstenkeuringscommissie kan bij niet toegestaan beslag de toelating tot een (volgende) keuringsronde weigeren.

Artikel 6 Onderzoek ongeoorloofde middelen

Hengsten die deelnemen aan de keuringen en selecties moeten vrij zijn van ongeoorloofde middelen. Voor het hele traject van de selectie van hengsten is het Hippisch Dopingreglement KFPS van kracht; dit geldt ook voor de beoordelingen en keuringen van hengsten ná inschrijving in het stamboekregister.

Artikel 7 Eerste Bezichtiging

7.1 Vraagprogramma

Voor deelname aan de Eerste Bezichtiging komen in aanmerking alle in het Veulenboek (als bedoeld in het Registratiereglement – artikel 11 lid 3) geregistreerde hengsten, die in het jaar waarin de Eerste Bezichtiging valt tenminste twee jaar en maximaal vijf jaar oud worden. Hiervan zijn echter uitgezonderd de veulenboekhengsten met het predicaat Ster; deze hengsten komen niet voor deelname aan de Eerste Bezichtiging in aanmerking.

7.2 Beoordeling en procedure

De hengsten worden tijdens de Eerste Bezichtiging beoordeeld op exterieur (rastype, bouw en beenwerk) en beweging (drie basisgangen). Dit gebeurt middels een beoordeling op de straat en vervolgens in de kooi. Alleen hengsten met een toereikend exterieur en beweging worden doorverwezen naar de kooi. Tijdens de Eerste Bezichtiging wordt de hengst lineair gescoord. Bij de Eerste Bezichtiging zijn vier uitkomsten mogelijk:

  1. De hengst ontvangt het Sterpredicaat en wordt doorverwezen naar de Tweede Bezichtiging.
  2. De hengst ontvangt het Sterpredicaat en wordt niet doorverwezen naar de Tweede Bezichtiging.
  3. De hengst ontvangt niet het Sterpredicaat en wordt doorverwezen naar de Tweede bezichtiging.
  4. De hengst ontvangt niet het Sterpredicaat en wordt niet doorverwezen naar de Tweede bezichtiging.

Om voor doorverwijzing in aanmerking te komen, moet de hengst aan minimumeisen voldoen voor exterieur, beweging en stokmaat. Voor de jonge hengsten (die drie jaar worden of dat al zijn geworden) geldt een stokmaat van minimaal 1.58 m; voor de vier jaar en oudere hengsten dient de stokmaat minimaal 1.60 m te zijn.

Om voor doorverwijzing naar de Tweede Bezichtiging in aanmerking te komen, wordt naast exterieur, beweging en stokmaat gekeken naar de afstamming en de mate van verwantschap aan de populatie. Dit kan positief meegewogen worden indien de hengst niet voldoet aan het Sterpredicaat, maar kan ook reden zijn om de hengst met ontvangst van een Sterpredicaat niet door te verwijzen.

Artikel 8 Tweede Bezichtiging

8.1 Vraagprogramma

Hengsten kunnen alleen deelnemen aan de Tweede Bezichtiging als ze daarvoor zijn aangewezen door de hengsten(her)keuringscommissie. De hengsten moeten hebben voldaan aan de voorwaarden voor het Röntgenologisch onderzoek (artikel 14) respectievelijk het Onderzoek spermakwaliteit (artikel 15).

8.2 Beoordeling en procedure

De Tweede Bezichtiging bestaat uit een beoordeling van een presentatie aan de hand en een veterinaire klinische keuring. De hengsten(her)keuringscommissie bepaalt of een hengst wordt aangewezen voor de Voorrijdagen, op basis van de volgende beoordelingen en criteria:

  1. Beoordeling tijdens de Eerste Bezichtiging.
  2. Exterieur en basisgangen tijdens de Tweede Bezichtiging (Sterwaardig).
  3. Afstamming en mate van verwantschap met de populatie.
  4. Veterinaire klinische keuring.

Bij hoge uitzondering mag de hengstenkeuringscommissie interessante hengsten die nog niet voldoen aan de eisen voor het Sterpredicaat toch doorverwijzen naar de Voorrijdagen. Tijdens de eerste Voorrijdag worden deze hengsten opnieuw beoordeeld door de hengstenkeuringscommissie en moeten het exterieur en de basisgangen dan wèl Sterwaardig zijn.

Artikel 9 Nakeuring en Herkeuring na Eerste Bezichtiging en Tweede Bezichtiging

9.1 Vraagprogramma

Zowel na de Eerste Bezichtiging als na de Tweede Bezichtiging vindt een Nakeuring en een Herkeuring plaats. Een hengst kan aan de Nakeuring deelnemen als deze om veterinaire redenen niet aan de Eerste- of Tweede Bezichtiging kan deelnemen. Hiervoor dient een veterinaire verklaring te worden overgelegd. Aanmeldingen voor de Eerste Bezichtiging die binnen 10 dagen ná de sluitingsdatum binnen komen kunnen tevens aangemeld worden voor de Nakeuring. Ook kan de hengstenkeurings-commissie tijdens de Eerste Bezichtiging besluiten om de hengst door te verwijzen naar de Nakeuring als deze hengst onvoldoende te beoordelen is. Aanmelding voor een Herkeuring dient uiterlijk binnen 5 dagen na de oorspronkelijke keuring via Mijn KFPS ingediend te zijn. Hengsten die te laat worden aangemeld worden niet gekeurd.

9.2 Beoordeling en procedure

De beoordeling en procedure zijn gelijk aan de Eerste- en Tweede bezichtiging. De Nakeuring wordt uitgevoerd door de hengstenkeuringscommissie. De Herkeuring wordt uitgevoerd door de hengsten-herkeuringscommissie. Hengsten die door de hengstenherkeuringscommissie tijdens de Herkeuring van de Eerste bezichtiging aangewezen worden naar de Tweede bezichtiging, worden tijdens de Tweede bezichtiging beoordeeld door de hengstenkeuringscommissie. Hengsten die bij de Herkeuring van de Tweede bezichtiging worden aangewezen voor de Voorrijdagen, worden tijdens de Voorrijdagen beoordeeld door de hengstenkeuringscommissie.

Artikel 10 Herkansing

10.1 Vraagprogramma

De Herkansing staat open voor jonge hengsten die (minimaal) hebben deelgenomen aan de laatstgehouden Eerste Bezichtiging en voor hengsten met het Sterpredicaat van drie tot en met zes jaar oud.

10.2 Beoordeling en procedure

De Herkansing bestaat uit een presentatie onder het zadel of aangespannen, een beoordeling van het exterieur aan de hand en een veterinaire klinische keuring. Na elk onderdeel bepaalt de hengstenkeuringscommissie of de hengst doorverwezen wordt naar het volgende onderdeel. Op basis van de volledige beoordeling van alle onderdelen kunnen hengsten door de hengstenkeuringscommissie worden aangewezen voor de Voorrijdagen. Voor aanwijzing worden bij de Herkansing dezelfde criteria gehanteerd als weergegeven in artikel 1 (Fokdoel en Fokprogramma). Voor deelname aan de Herkansing dient een hengst voldaan te hebben aan de eisen ten aanzien van het Röntgenologisch onderzoek (artikel 14) en het Onderzoek spermakwaliteit (artikel 15).

10.3 Herkansing via ABFP-test

De eerste twee zevenweekse ABFP-testen van het jaar staan tevens open als Herkansingsmogelijkheid. Voor beoordeling en procedure gelden naast dit reglement met uitvoeringsbepaling ook de ABFP-voorwaarden. Na het eindexamen onder het zadel, het eindexamen aangespannen en de exterieurkeuring bepaalt de hengstenkeuringscommissie of de hengst doorverwezen wordt naar de Voorrijdagen. Voor aanwijzing worden dezelfde criteria gehanteerd als weergegeven in artikel 1 (Fokdoel en Fokprogramma) en dient een hengst voldaan te hebben aan de eisen ten aanzien van het Röntgenologisch onderzoek (artikel 14) en het Onderzoek spermakwaliteit (artikel 15).

Artikel 11 Voorrijdagen

11.1 Vraagprogramma

Hengsten kunnen alleen deelnemen aan de Voorrijdagen als ze daarvoor zijn aangewezen door de hengsten(her)keuringscommissie. De eigenaar kan een schriftelijk verzoek indienen tot doorschuiven naar het volgende jaar. Dit verzoek dient uiterlijk één week voor de eerste Voorrijdag van het huidige traject ingediend te worden. De hengstenkeuringscommissie beslist of het verzoek wordt gehonoreerd.

11.2 Beoordeling en procedure

Veulenboekhengsten zonder het Sterpredicaat en hengsten die instromen vanuit het voorgaande jaar worden op de eerste Voorrijdag door de hengstenkeuringscommissie zowel aan de hand als onder het zadel beoordeeld, op basis waarvan de hengstenkeuringscommissie een besluit neemt of de aangewezen status van de betreffende hengst gehandhaafd blijft. Bij handhaving ontvangt de hengst tevens het Sterpredicaat in het geval de hengst het Sterpredicaat nog niet eerder heeft behaald. De drie Voorrijdagen bestaan uit een zadelpresentatie door een door de eigenaar aangewezen ruiter/amazone en dienen als selectiemoment. Tijdens de derde Voorrijdag zal de hengstenkeuringscommissie besluiten of een hengst wordt aangewezen voor het Centraal Onderzoek en zal de hengstenkeuringscommissie de eigenaren informeren over het vervolg. Dit kan het volgende inhouden:

  1. De hengst wordt aangewezen voor het Centraal Onderzoek.
  2. De hengst wordt niet aangewezen voor het Centraal Onderzoek.
  3. De hengstenkeuringscommissie geeft de mogelijkheid om de hengst het volgend jaar opnieuw te laten instromen; dit besluit kan ook tijdens de eerste of tweede Voorrijdag genomen worden.
  4. In overleg tussen de hengstenkeuringscommissie en eigenaar kan besloten worden om de hengst aanvullend aangespannen te tonen door een door de eigenaar aangewezen menner en mede op basis daarvan besluit de hengstenkeuringscommissie of de hengst wordt aangewezen voor het Centraal Onderzoek.

In geval van optie 1 volgt na afloop een veterinaire klinische keuring en het cornage onderzoek. Alle drie Voorrijdagen zijn verplicht. Alleen een dierenartsverklaring kan een geldige reden voor afwezigheid zijn, dit ter beoordeling van de hengstenkeuringscommissie. Indien de derde Voorrijdag wordt gemist, kan op aangeven van de hengstenkeuringscommissie op de dag van aanlevering van het Centraal Onderzoek de derde Voorrijdag plaatsvinden.

Artikel 12 Centraal Onderzoek

12.1 Vraagprogramma

Deelname aan het Centraal Onderzoek geschiedt op aanwijzing van de hengstenkeuringscommissie. Om deel te nemen aan het Centraal Onderzoek moet, middels een DNA-onderzoek, de afstamming van de hengst geverifieerd zijn. In het geval de afstamming niet juist is vervalt de aanwijzing, tenzij de hengstenkeuringscommissie de aanwijzing handhaaft. Het Centraal Onderzoek staat open voor hengsten met een maximale leeftijd van zes jaar.

12.2 Beoordeling en procedure

De hengstenkeuringscommissie is verantwoordelijk voor de beoordeling en rapportage ten aanzien van de verrichtingen van de hengsten. De hengstenkeuringscommissie wordt tijdens het Centraal Onderzoek geadviseerd door meerdere adviseurs. Het Centraal Onderzoek heeft als doel de aanleg van een hengst als rijpaard, menpaard en tuigpaard vast te stellen alsmede informatie te verzamelen aangaande gezondheid, karakter en stalgedrag.

12.2.1 Aanlevering

Bij aanlevering van de hengst moet deze onder het zadel worden voorgereden door een door de eigenaar aangewezen ruiter/amazone. Vervolgens wordt de hengst veterinair klinisch gekeurd. Geconstateerde gebreken, afwijkingen en onregelmatigheden zullen schriftelijk worden vastgelegd. Tijdens het aanleveren wordt het exterieur van de hengsten door de hengstenkeuringscommissie opnieuw beoordeeld.

Indien de hengstenkeuringscommissie, de dierenarts of de trainingsleider van mening is dat de hengst in een zodanige gezondheidstoestand verkeert dat hij een risico oplevert voor het welzijn van andere in het onderzoekscentrum verblijvende paarden, kan de hengstenkeuringscommissie besluiten de hengst niet voor deelname aan het Centraal Onderzoek te accepteren en dientengevolge de toegang tot het centrum te weigeren.

In het geval de hengstenkeuringscommissie van oordeel is dat een hengst ontoereikend is voorbereid op het Centraal Onderzoek, zal de hengstenkeuringscommissie de eigenaar adviseren de hengst voor het betreffende onderzoek terug te trekken. De hengstenkeuringscommissie heeft de mogelijkheid de hengst de kans te geven om tijdens de eerstvolgende Voorrijdagen in te stromen. Mocht de eigenaar van de hengst desondanks wensen dat de hengst toch aan het Centraal Onderzoek deelneemt, dan heeft de eigenaar het recht om op eigen kosten de hengst aan het Centraal Onderzoek te laten deelnemen.

12.2.2 Deelname Centraal Onderzoek

Tijdens het Centraal Onderzoek zal met de hengst gewerkt worden aan de longe, onder het zadel en aangespannen. Van de verrichtingen en het gedrag van de hengst tijdens de training en van zijn gedrag op stal zal in een rapport verslag worden gedaan. In het rapport zal voorts melding worden gemaakt van de eventuele veterinaire problemen die zich hebben voorgedaan. Het rapport zal worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van de hengstenkeuringscommissie.

Het Centraal Onderzoek bestaat uit 2 onderdelen: gedurende de eerste 6 weken van het Centraal Onderzoek wordt met name getraind en beoordeeld onder het zadel; gedurende de laatste 4 weken wordt met name getraind en beoordeeld in de aangespannen disciplines mennen en tuigen.

12.2.3 Eindbeoordeling

De eindbeoordeling onder het zadel vindt plaats na de eerste 6 weken; de eindbeoordeling aangespannen vindt plaats na de laatste 4 weken. Hengsten die wegens een tijdelijke kreupelheid of ziekte door een trainingsachterstand (korter dan twee weken) niet aan een van de eindbeoordelingen kunnen deelnemen, komen in aanmerking voor een uitgestelde eindbeoordeling. Die uitgestelde eindbeoordeling zal op een nader vast te stellen datum worden gehouden, binnen 14 dagen na de oorspronkelijke beoordeling, nadat de betreffende hengst de achterstallige training alsnog heeft ondergaan. In het geval een hengst heeft deelgenomen aan de uitgestelde beoordeling onder het zadel en tijdens het tweede deel van het Centraal Onderzoek opnieuw trainingsachterstand oploopt, wordt het Centraal Onderzoek voor een dergelijke hengst beëindigd. Voor hengsten die een uitgestelde eindbeoordeling niet kunnen doorlopen, wordt het Centraal Onderzoek beëindigd.

12.2.4 Eindconclusie

Na de eindbeoordeling brengt de hengstenkeuringscommissie, gehoord hebbende de veterinair(en), de verrichtingsjury en eventuele andere adviseurs, aan het bestuur een schriftelijk en gemotiveerd (duidelijk onderbouwd) advies uit over het wel of niet inschrijven van de hengst in het stamboekregister. In dit advies worden de volgende onderdelen (eventueel in relatie tot elkaar) meegenomen:

  • afstamming;
  • mate van verwantschap met de populatie;
  • exterieur (rastype, bouw, beenwerk);
  • beweging;
  • eindbeoordelingen Centraal Onderzoek (sportaanleg);
  • kwaliteit beenwerk op basis van röntgenologische beoordeling;
  • spermakwaliteit;
  • veterinaire klinische beoordeling;
  • gezondheid;
  • karakter en stalgedrag.

Een hengst die wordt ingeschreven in het stamboekregister zal een duidelijke meerwaarde moeten bezitten voor de fokkerij. Op basis van het advies van de hengstenkeuringscommissie besluit het bestuur over al dan niet inschrijving van de hengst in het stamboekregister. Tegen dit besluit is geen klacht, bezwaar of beroep mogelijk.

12.2.5 Eindrapport

Uiterlijk 7 dagen na het besluit over al dan niet inschrijving van de hengst in het stamboekregister dient het eindrapport op de website van het KFPS te worden gepubliceerd.

12.2.6 Beëindiging van het Centraal Onderzoek

De hengstenkeuringscommissie heeft het recht om een hengst van verdere deelname aan het Centraal Onderzoek uit te sluiten. De eigenaar van de betreffende hengst heeft in dat geval het recht om de hengst op eigen kosten verder aan het Centraal Onderzoek te laten deelnemen; wordt daarvan gebruik gemaakt, dan vervolgt de hengst het Centraal Onderzoek.

Hengsten die van een verdere deelname aan het Centraal Onderzoek zijn uitgesloten kunnen door de hengstenkeuringscommissie aangewezen worden om in het volgende traject opnieuw deel te nemen, startende bij de eerste Voorrijdag.

In het geval een hengst het Centraal Onderzoek na de eindbeoordeling onder het zadel beëindigt en de hengstenkeuringscommissie de hengst aanwijst voor het volgende Centraal Onderzoek, dan hoeft de hengst alleen aan het tweede deel van het Centraal Onderzoek deel te nemen. De eindbeoordeling onder het zadel uit het vorige onderzoek blijft in een dergelijk geval geldig.

In het geval de hengst in het volgende Centraal Onderzoek opnieuw het onderzoek moet beëindigen, vervalt de aanwijzing.

Indien de hengst tijdens het Centraal Onderzoek, anders dan op aangeven van de hengstenkeuringscommissie, door de eigenaar of namens de eigenaar bij het onderzoekscentrum is opgehaald, kan de hengst niet op een later tijdstip opnieuw aan het Centraal Onderzoek deelnemen.

12.2.7     Herbeoordeling

Indien de eigenaar van mening is dat i.) door een (of meer) medewerker(s) aan het Centraal Onderzoek een ernstige fout is gemaakt èn ii.) tengevolge van deze ernstige fout de hengst duidelijk nadeel heeft ondervonden, kan de eigenaar na een eindbeoordeling bij het bestuur een verzoek tot herbeoordeling indienen. Dit verzoek moet schriftelijk worden gedaan binnen vijf werkdagen nadat het onderzoeksrapport bekend is gemaakt en moet met redenen omkleed zijn. Herbeoordeling is niet mogelijk op grond van een vermeende verkeerde waarneming / beoordeling van de hengstenkeuringscommissie die is vastgelegd in het onderzoeksrapport.

Na ontvangst van het verzoek tot herbeoordeling zal het bestuur binnen tien werkdagen beoordelen of i.) door een (of meer) medewerker(s) aan het Centraal Onderzoek een ernstige fout is gemaakt èn ii.)  tengevolge van deze ernstige fout de hengst duidelijk nadeel heeft ondervonden. In verband met deze beoordeling kan het bestuur zich laten adviseren door een of meer veterinaire deskundigen en kan het bestuur de hengst ook (nader) veterinair laten onderzoeken door een of meer aan de Faculteit Diergeneeskunde – Afdeling Paard te Utrecht verbonden specialisten en/of andere gespecialiseerde paardendierenartsen. De eigenaar is verplicht om mee te werken aan dergelijk veterinair onderzoek; bij gebreke daarvan dient het bestuur het verzoek tot herbeoordeling af te wijzen.

Enkel wanneer het bestuur tot de conclusie komt dat aan beide voormelde voorwaarden is voldaan, zal het bestuur beslissen tot herbeoordeling en bepalen waar en wanneer de herbeoordeling zal plaatsvinden. De herbeoordeling zal tenminste een periode van drie weken beslaan en worden besloten met een dag waarop de hengst wordt beoordeeld op zijn basisgangen. De herbeoordeling wordt uitgevoerd door de hengstenkeuringscommissie. De beslissing van het bestuur laat onverlet hetgeen in de Statuten – artikel 34 is bepaald en valt niet aan te merken als erkenning van enige aansprakelijkheid. Tegen de beslissing van het bestuur is geen klacht, bezwaar of beroep mogelijk.

Artikel 13 Verkort Onderzoek

Het Verkort Onderzoek voorziet in de mogelijkheid om hengsten met uitzonderlijke resultaten in een sportdiscipline, voor inschrijving in het stamboekregister in aanmerking te laten komen zonder dat deze hengsten deelnemen aan het volledige Centraal Onderzoek.

13.1 Vraagprogramma

Om in aanmerking te komen voor deelname aan het Verkort Onderzoek moeten de hengsten op hoog niveau in de sport presteren. Deze eis is dezelfde eis als voor het Sport-Elite predicaat (zie: Registratie-reglement – artikel Predicaten), waarbij de eis in de dressuur Prix St. George of hoger afwijkt en minimaal drie keer een score van minimaal 65% betreft. Voor het buitenland zijn vergelijkbare prestaties vereist, dit ter beoordeling aan de hengstenkeuringscommissie. Voor andere disciplines zijn vergelijkbare prestaties vereist, dit ter beoordeling aan de hengstenkeuringscommissie. Het Verkort Onderzoek staat open voor hengsten van 7 jaar en ouder. Voor aanvang van het Verkort Onderzoek wordt de afstamming van de hengst geverifieerd middels een DNA-test en wordt daarbij ook dragerschap van erfelijke aandoeningen vastgesteld. In het geval de afstamming niet juist is vervalt de aanwijzing, tenzij de hengstenkeuringscommissie de aanwijzing handhaaft. Voor aanmelding dient te zijn voldaan aan de gestelde eisen van het Röntgenologisch onderzoek (artikel 14) en het Onderzoek spermakwaliteit (artikel 15). Na aanmelding beoordeelt de hengstenkeuringscommissie onder meer op basis van de sportresultaten of een hengst voor een beoordeling in aanmerking komt. Het staat de hengstenkeuringscommissie vrij om hengsten die aan de gestelde sporteisen hebben voldaan niet voor een beoordeling in aanmerking te laten komen op basis van de overige criteria weergegeven in artikel 1 (Fokdoel en Fokprogramma).

13.2 Beoordeling en procedure

13.2.1 Aanwijzing

De beoordeling van een hengst kent de volgende stadia:

  • beoordeling van de beweging;
  • beoordeling van het exterieur;
  • veterinaire klinische beoordeling.

13.2.2 Besluitvorming aanwijzing

Na de beoordeling zal de hengstenkeuringscommissie besluiten over deelname aan het Verkort Onderzoek. Het kan een aanwijzing onder voorbehoud betreffen in het geval de uitslagen van het cornage onderzoek en/of het DNA-onderzoek nog niet bekend zijn. Deze onderzoeken mogen beide na aanwijzing plaatsvinden en dienen voorafgaand aan het Verkort Onderzoek te zijn afgerond. Nadat de hengst is aangewezen voor het Verkort Onderzoek, zal het Verkort Onderzoek tijdens het eerstvolgende Centraal Onderzoek dienen plaats te vinden.

13.2.3. Beroep besluitvorming aanwijzing

Tegen het oordeel van de hengstenkeuringscommissie kan beroep aangetekend worden. Dit beroep dient binnen 7 dagen na bekendmaking van het oordeel schriftelijk bij het KFPS te worden ingediend. De hengst zal vervolgens door de hengstenherkeuringscommissie beoordeeld worden. Bij aanwijzing zal de hengstenherkeuringscommissie, na afronding van het Verkort Onderzoek, het bestuur adviseren over inschrijving.

13.2.4 Deelname Verkort Onderzoek

Het Verkort Onderzoek is een twee weken durend onderzoek. Tijdens dit onderzoek zal de hengst worden beoordeeld op zijn karakter, zowel het stalgedrag als het gedrag tijdens het gebruik. Gedurende het onderzoek wordt de hengst dagelijks getraind door de eigenaar of een door de eigenaar aangewezen trainer. Eenmaal gedurende het onderzoek zal het paard door een gastruiter/-amazone/-menner gereden worden. De rapportage van het onderzoek wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van de hengsten(her)keuringscommissie. In de rapportage worden onder meer de bevindingen van de veterinair betrokken.

13.2.5 Eindconclusie

Op basis van het rapport formuleert de hengsten(her)keuringscommissie een advies over wel of niet inschrijven in het stamboekregister. Het bestuur besluit op basis van dit advies over inschrijving. De hengsten(her)keuringscommissie verwerkt de resultaten in een rapport dat gepubliceerd zal worden. Tegen het besluit van het bestuur is geen klacht, bezwaar of beroep mogelijk.

13.2.6 Eindrapport

Uiterlijk 7 dagen na het besluit over al dan niet inschrijving van de hengst in het stamboekregister dient het eindrapport op de website van het KFPS te worden gepubliceerd.

Artikel 14 Röntgenologisch onderzoek

14.1 Beoordelingscriteria
14.1.1 Normen

Voor deelname aan de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek dienen de hengsten voor elk van de kenmerken te voldoen aan de gestelde normen voor het röntgenologisch onderzoek:

Kenmerk Subkenmerk Acceptabel
Straalbeen Klasse 0-1-2
Sesambeentjes Geen selectiekenmerk
Kogelartrose Klasse 0-1-2-3
Spat Klasse 0-1-2
Osteochondrose sprong Sagittale tibiakam
Overige locaties
Klasse Klasse A
Klasse A-B-C
Osteochondrose knie Laterale rolkam femur
Overige locaties
Klasse A
Klasse A-B-C
Osteochondrose kogel Geen selectiekenmerk

14.1.1 Betekenis Klassen

Toelichting KFPS Röntgenologische beoordeling van de diverse skeletdelen. De resultaten van de beoordeling worden uitgedrukt in klassen met de volgende betekenis:

Klasse Straalbeen, Sesambeentjes, Kogelartrose, Spat
0 Gaaf of vrijwel gaaf
1 Goed
2 Voldoende
3 Zwak
4 Slecht

Klasse Osteochondrose Sprong, Knie en Kogel Beknopte karakterisering
A Afwezig Normale gewrichtsbelijning
B Minimaal aanwezig Geringe contourafwijking
C Duidelijk aanwezig Duidelijke contourafwijking
D Vrij ernstig aanwezig Contourafwijking met relatief kleine fragmenten
E Ernstig aanwezig Contourafwijking met relatief grote fragmenten

14.2 Nevenbevindingen

De tijdens het röntgenologisch onderzoek vastgestelde nevenbevinding(en), zoals verbening van het hoefkraakbeen, overhoef, processus extensorius, etc., worden bij de besluitvorming van de hengstenkeuringscommissie in beschouwing genomen in het selectietraject na de Eerste Bezichtiging.

Niet toegestaan voor deelname aan de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek zijn de volgende nevenbevindingen:

  • matige en forse verbening van de hoefkraakbeenderen;
  • fractuur van het processus extensorius van het hoefbeen.

14.3 Opnames en beoordeling

Röntgenopnames kunnen alleen beoordeeld worden als deze gemaakt zijn bij door het KFPS erkende  paardenklinieken. Voor Nederland zijn dit de zogenaamde keuringsdierenartsen. Voor het buitenland gaat dit in overleg met de directie van het KFPS. Opnames moeten worden gemaakt volgens het daarvoor bestaande protocol. Een hengst dient minimaal 26 maanden oud te zijn voor het röntgenologisch onderzoek. De röntgenopnames worden beoordeeld door een daarvoor door het KFPS benoemde röntgencommissie. De originele röntgenopnames blijven in eigendom van het KFPS ten behoeve van onderzoek. Heeft een hengst eenmaal aan de röntgenologische eisen voldaan, dan is dit resultaat ook voor eventuele toekomstige hengstenselecties van kracht, tenzij de eisen in dit reglement worden gewijzigd. Tegen de uitslag van het Röntgenologisch onderzoek kan in beroep worden gegaan. Dit beroep dient te worden ingediend bij de directie van het KFPS, uiterlijk twee weken ná de beoordelingsdatum. De herbeoordeling wordt gedaan door een daarvoor door het KFPS benoemde herbeoordelingscommissie, bestaande uit andere personen dan de röntgencommissie. De kosten van de herbeoordeling zijn voor rekening van de eigenaar. De beroepsmogelijkheid is tweeledig:

  1. Herbeoordeling van bestaande opnames.
  2. Eerste beoordeling van nieuwe opnames.

De eerste set opnames is tevens onderdeel van de herbeoordeling. De resultaten van het röntgenologisch onderzoek dienen op een vastgestelde datum bekend te zijn bij het KFPS. Indien de resultaten niet op deze datum bij het KFPS bekend zijn, wordt de hengst uitgesloten voor deelname aan de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek. De resultaten van het röntgenologisch onderzoek worden meegenomen in de rapportage na afloop van het Centraal Onderzoek of het Verkort Onderzoek.

Artikel 15 Onderzoek spermakwaliteit

15.1 Criteria spermakwaliteit

Voor deelname aan de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek dient de spermakwaliteit van de hengst onderzocht te zijn. De rapportage ervan dient uiterlijk 7 dagen vóór de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek in het bezit te zijn van het KFPS.

Aan de volgende normen voor spermakwaliteit dient voldaan te zijn:

hengsten die in het kalenderjaar van de Tweede Bezichtiging of Herkansing 3 jaar oud worden:

600 x 106 TNB, morphologie: minimaal 50.0%, motiliteit: minimaal 50%

of            800 x 106 TNB, morphologie: minimaal 45.0%, motiliteit: minimaal 50%

hengsten die in het kalenderjaar van de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek 4 jaar oud of ouder worden:

1000 x 106 TNB, morphologie: minimaal 50.0%, motiliteit: minimaal 50%

of            1200 x 106 TNB, morphologie: minimaal 45.0%, motiliteit: minimaal 50%

Hengsten met een incorrect geslachtsapparaat worden uitgesloten voor de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek. Uitslagen van het spermaonderzoek worden alleen beoordeeld als het onderzoek heeft plaatsgevonden door een daarvoor door het KFPS aangewezen instantie. Het resultaat van het spermaonderzoek wordt bepaald op basis van twee dekkingen met een interval van ongeveer een uur.

Een spermarapport is maximaal 12 maanden geldig. Indien een hengst in het selectietraject wordt doorverwezen naar een volgend jaar, dient er 10 dagen na aanwijzing in het opvolgende jaar een nieuw rapport ingeleverd te worden en dient er voldaan te zijn aan de gestelde norm voor hengsten van 4 jaar en ouder. Hengsten waarvan in het buitenland een spermaonderzoek is uitgevoerd en voor deelname aan de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek zijn aangewezen, dienen een herhaald onderzoek te doen in Nederland, alvorens aan de Tweede Bezichtiging, Herkansing of beoordeling Verkort Onderzoek kan worden deelgenomen. De resultaten van het spermaonderzoek worden beoordeeld door een daarvoor door het bestuur benoemde commissie. Deze kan adviseren om het onderzoek te herhalen.

15.2 Uitstelmogelijkheid

Indien voor deelname aan de Tweede Bezichtiging niet voldaan wordt aan de norm, is er een uitstel-mogelijkheid. Vóór 15 mei van het betreffende jaar dient er een nieuwe rapportage ingeleverd te worden en dient er voldaan te zijn aan de norm om het selectietraject te kunnen vervolgen.

Artikel 16 Toegestane aftekeningen

De reglementair toegestane aftekeningen zijn voor hengsten die in aanmerking komen voor inschrijving in het stamboekregister zeer ongewenst. Het toelaten van hengsten met toegestane aftekening (-en) tot de volgende selectierondes, dan wel het uiteindelijk inschrijven van hengsten in het stam-boekregister, is mede afhankelijk van: 1.) de aard van de toegestane aftekening (afmeting, locatie); 2.) de mate van voorkomen van aftekeningen bij paarden in de stamboom en hun nakomelingen; en 3.) de mate waarin de hengst beschikt over uitzonderlijke kwaliteiten, die de ongewenste aftekeningen in toereikende mate compenseren. Mocht een hengst met toegestane aftekeningen uiteindelijk worden ingeschreven in het stamboekregister, dan wordt melding van de aftekening gemaakt in het beoordelingsrapport. Aftekeningen aan het geslachtsapparaat worden minder zwaar aangerekend.

Artikel 17 Extern onderzoek

Gedurende het gehele selectietraject, van de Eerste Bezichtiging tot en met het Centraal Onderzoek, is de hengsten(her)keuringscommissie bevoegd een hengst extern te laten onderzoeken. Het gaat dan om aandoeningen of tekortkomingen die:

  1. relevant zijn voor de besluitvorming van de hengsten(her)keuringscommissie;
  2. niet in toereikende mate ter plaatse onderzocht kunnen worden.

In deze gevallen zal een hengst doorverwezen worden naar een daarvoor door de hengsten(her)keuringscommissie te bepalen paardenkliniek. In gevallen waarin een advies over een aandoening/ tekortkoming in relatie tot erfelijkheid noodzakelijk is, zal het externe onderzoek plaatsvinden bij de Diergeneeskundige Faculteit – Kliniek Paarden in Utrecht. Het advies van de onderzoekend veterinair zal worden overgenomen in de besluitvorming van de hengsten(her)keuringscommissie.

Een extern onderzoek voorafgaand aan het Centraal Onderzoek, zal binnen 14 dagen na het besluit hiertoe uitgevoerd dienen te worden of korter als de hengstenkeuringscommissie dat wenselijk acht.

Een extern onderzoek gedurende het Centraal Onderzoek zal zo kort mogelijk dienen te duren. Het transport naar de kliniek moet nadrukkelijk altijd linea recta (en vice versa) plaatsvinden. Als het externe onderzoek of een eventuele behandeling van een hengst te lang duurt, is de hengstenkeuringscommissie bevoegd om het Centraal Onderzoek van de betreffende hengst te beëindigen of de hengst door te schuiven naar het eerstvolgende Centraal Onderzoek. De kosten voor het externe onderzoek zijn voor de eigenaar van de betreffende hengst.

Het voorgaande geldt ook ten aanzien van hengsten die aan het Verkort Onderzoek (gaan) deelnemen.

Artikel 18 Cornage onderzoek

De hengsten die aangewezen zijn voor het Centraal Onderzoek of het Verkort Onderzoek, worden voorafgaand aan het Centraal Onderzoek of Verkort Onderzoek middels endoscopie onderzocht op cornage. Van alle aangewezen hengsten worden endoscopie-opnames gemaakt, welke worden beoordeeld door een beoordelingscommissie die hiervoor wordt aangesteld door het bestuur.

Cornage wordt ingedeeld in 4 klassen:

  1. In orde.
  2. Acceptabel.
  3. Net acceptabel.
  4. Niet acceptabel.

Hengsten die vallen in de categorie 4 (niet acceptabel) worden voor (verdere) deelname aan het Centraal Onderzoek en het Verkort Onderzoek uitgesloten en komen hiermee niet in aanmerking voor inschrijving in het stamboekregister. De uitslagen in de andere drie klassen maken deel uit van de criteria op basis waarvan de hengstenkeuringscommissie de uiteindelijke besluitvorming baseert.

Artikel 19 Genetisch onderzoek aangeboren aandoeningen

Voor deelname aan het Centraal Onderzoek of Verkort Onderzoek moeten de hengsten getest zijn voor de enkelvoudig recessieve kenmerken voskleur, dwerggroei en waterhoofd. Dragerschap is geen belemmering voor deelname aan het Centraal Onderzoek of Verkort Onderzoek of voor inschrijving in het stamboekregister. Publicatie van het testresultaat vindt alleen plaats voor de hengsten die ingeschreven worden in het stamboekregister. De publicatie vindt onder meer plaats in de rapportage bij inschrijving.

Artikel 20 Monitoring hengstenselectie

Bij de hengstenselectie is er een rol voor de hengsten(her)keuringscommissie, de directie van het KFPS of het management, en het bestuur. In het Huishoudelijk reglement en de Statuten staat het volgende beschreven. De hengsten(her)keuringscommissie is verantwoordelijk voor de beoordeling en afweging en adviseert het bestuur over inschrijving van hengsten in het stamboekregister. Het bestuur draagt eindverantwoordelijkheid voor de inschrijving. De hengsten(her)keuringscommissie wordt aangestuurd door de directie van het KFPS en is verantwoordelijkheid verschuldigd aan de directie. De directie kan deze taak delegeren aan het management. De procedure monitoring hengstenselectie is beschreven in een werkomschrijving met daarin een drietal overlegmomenten tussen deze drie partijen, te weten: voorafgaand aan de derde Voorrijdag, in week 4 van het Centraal Onderzoek en in week 10 van het Centraal Onderzoek.

Artikel 21 Bepalingen voor in het stamboekregister ingeschreven hengsten

21.1 Dekvergunning

Indien en zodra door het bestuur tot inschrijving van de hengst in het stamboekregister is besloten, wordt voor de hengst een dekvergunning verleend. Voor deze dekvergunning gelden de volgende voorwaarden en beperkingen.

21.2 Voorwaarden en beperkingen

Hengsten die ingeschreven zijn in het stamboekregister (stamboekhengsten), worden op basis van de kwaliteit van hun nakomelingen beoordeeld, dit overeenkomstig de inhoud van artikel 23 Nakomelingenonderzoek. Tot en met het zesde dekseizoen geldt een dekvergunning met een deklimiet van 180 merries per jaar. Afhankelijk van de beoordeling op de in artikel 23 bedoelde evaluatiemomenten kan deze dekvergunning worden gewijzigd:
a.        Wanneer de stamboekhengst wordt afgekeurd, vervalt de dekvergunning.

b.        Wanneer de stamboekhengst op wacht wordt gezet, vervalt de dekvergunning tijdelijk, namelijk voor de duur van het op wacht staan.

c.        Wanneer aan de stamboekhengst een dekbeperking wordt opgelegd, geldt een dekvergunning met een deklimiet overeenkomstig de opgelegde                          dekbeperking.

d.        Wanneer de stamboekhengst voorlopig wordt goedgekeurd, geldt voor het zesde dekseizoen een deklimiet van 180 dekkingen; daarna een deklimiet                van 75 dekkingen of hoger tot een maximum van 180 dekkingen.

e.        Wanneer de stamboekhengst wordt goedgekeurd, geldt er geen deklimiet meer; in dat geval is het aantal toegestane dekkingen onbeperkt.

Dekkingen met gebruikmaking van diepvriessperma in landen buiten de EU maken geen deel uit van de deklimitering. De sanctie voor dekoverschrijding is vastgesteld op 2000 euro per te veel gedekte merrie en is door de eigenaar van de stamboekhengst aan het KFPS verschuldigd.

Artikel 22 Hengstenkeuring

22.1 Vraagprogramma

In het stamboekregister ingeschreven hengsten (stamboekhengsten) kunnen deelnemen aan de Hengstenkeuring als de stamboekhengst, voor het kalenderjaar waarin de Hengstenkeuring plaats heeft, een dekvergunning heeft. Stamboekhengsten die op wacht zijn geplaatst kunnen niet deelnemen aan de Hengstenkeuring. Stamboekhengsten tot en met een leeftijd van 15 jaar met een verblijfplaats in Europa zijn verplicht deel te nemen aan de Hengstenkeuring. Stamboekhengsten tot en met een leeftijd van 15 jaar met een verblijfplaats buiten Europa zijn verplicht deel te nemen aan de keuring gehouden in het betreffende land. Stamboekhengsten die 16 jaar of ouder zijn kunnen naar keuze van de eigenaar worden gekeurd tijdens de Hengstenkeuring of op een ander keuringsmoment. De jaarlijkse beoordeling van stamboekhengsten van 16 jaar en ouder is geen verplichting.

22.2 Beoordeling en procedure

De stamboekhengsten worden in hun rubriek op kwaliteit van exterieur en beweging beoordeeld. Per rubriek wijst de jury de stamboekhengsten aan die aan de kampioenskeuring mogen deelnemen. Er is een kampioenskeuring voor jongere hengsten, voor oudere hengsten en een kampioenskeuring algemeen. De jongere hengsten zijn de hengsten die nog niet goedgekeurd zijn op basis van nakomelingen; de oudere hengsten zijn de hengsten die goedgekeurd zijn op basis van nakomelingen. Tijdens de kampioenskeuringen wordt een kampioen en een reservekampioen aangewezen. De kampioen en de reservekampioen van zowel de jongere hengsten als de oudere hengsten doen mee aan het algemeen kampioenschap.

Artikel 23 Nakomelingenonderzoek

23.1 Algemeen

Op basis van het nakomelingenonderzoek wordt de fokkerijstatus van een stamboekhengst bepaald. Het nakomelingenonderzoek wordt, na afloop van het keuringsseizoen, beoordeeld door de inspectie op basis van de verzamelde informatie. De inspectie formuleert een advies aan het bestuur. Het bestuur neemt op basis van dit advies een besluit. De eigenaar van de stamboekhengst of een eventuele koper is verantwoordelijk voor de uitvoering van het nakomelingenonderzoek en de daarbij behorende kosten.

23.2 Exterieurbeoordeling en Verrichtingsonderzoek (ABFP)

Het nakomelingenonderzoek bestaat uit:

a.        Exterieurbeoordeling van minimaal 40 nakomelingen.

b.        Verrichtingsonderzoek (ABFP) van minimaal 20 nakomelingen.

23.3 Evaluatiemomenten

Het nakomelingenonderzoek kent twee vaste evaluatiemomenten waarop besloten kan worden om een stamboekhengst af te keuren, op wacht te zetten, een dekbeperking op te leggen of (voorlopig) goed te keuren. De inspectie kan ook, indien ze dit nodig acht, op andere tijdstippen een voorstel aangaande een stamboekhengst bij het bestuur indienen. De twee vaste evaluatiemomenten zijn:

  1. Na het tweede dekseizoen van de stamboekhengst, op basis van de beoordeling van de eerste jaargang veulens. Op basis van deze beoordeling kan de stamboekhengst worden afgekeurd, op wacht worden geplaatst of een dekbeperking opgelegd krijgen.
  2. Na het vijfde- of zesde dekseizoen, op basis van de beoordeling van de eerste (twee) jaargangen drie- en eventueel vierjarige nakomelingen. Op basis van deze beoordeling kan de stamboek-hengst afgekeurd worden, op wacht worden geplaatst of (voorlopig) worden goedgekeurd. Voor stamboekhengsten waarvan op basis van de eerste twee dekseizoenen minder dan 80 nakome-lingen geregistreerd zijn, mag het nakomelingenonderzoek aan het einde van het zevende deksei-zoen plaatsvinden.

23.4          Eindbeoordeling

De eindbeoordeling van de stamboekhengsten na het vijfde-, zesde- of zevende dekseizoen vindt plaats na afloop van het keuringsseizoen.

De uitslag kan het volgende inhouden:

a.        Goedgekeurd: verervingsbeeld voldoende; zowel de exterieurbeoordeling (van minimaal 40 nakomelingen) als het verrichtingsonderzoek (van                        minimaal 20 nakomelingen) is afgerond. Aantal toegestane dekkingen: onbeperkt.

b.        Voorlopig goedgekeurd: verervingsbeeld voldoende; het verrichtingsonderzoek (van minimaal 20 nakomelingen) is afgerond, maar de                                        exterieurbeoordeling (van minimaal 40 nakomelingen) is niet afgerond. Aantal toegestane dekkingen: voor het zesde dekseizoen een deklimiet van                  180 dekkingen; daarna een deklimiet van 75 dekkingen of hoger tot een maximum van 180 dekkingen. Het aantal toegestane dekkingen is hiermee                  afhankelijk van de eindbeoordeling en het aantal gekeurde nakomelingen.

c.        Op wacht: verervingsbeeld voldoende; de exterieurbeoordeling (van minimaal 40 nakomelingen) is afgerond, maar het verrichtingsonderzoek (van                  minimaal 20 nakomelingen) is niet afgerond. Aantal toegestane dekkingen: 0.

d.        Op wacht: zowel de exterieurbeoordeling (van minimaal 40 nakomelingen) als het verrichtingsonderzoek (van minimaal 20 nakomelingen) is niet                   afgerond. Aantal toegestane dekkingen: 0.

e.        Op wacht: verervingsbeeld onvoldoende;  het verrichtingsonderzoek (van minimaal 20 nakomelingen) is afgerond, maar de exterieurbeoordeling                    (van minimaal 40 nakomelingen) is niet afgerond. Aantal toegestane dekkingen: 0.

f.         Afgekeurd: verervingsbeeld onvoldoende; zowel de exterieurbeoordeling (van minimaal 40 nakomelingen) als het verrichtingsonderzoek (van                          minimaal 20 nakomelingen) is afgerond. Aantal toegestane dekkingen: 0.

Tijdens de jaarlijkse eindbeoordelingen worden in ieder geval die stamboekhengsten beoordeeld, die in een van de categorieën vallen genoemd in artikel 23.3. Dit betekent dat ook stamboekhengsten die in een eerder stadium van het nakomelingenonderzoek zijn afgekeurd, op wacht gesteld of voorlopig goedgekeurd, opnieuw worden beoordeeld. Tegen de eindbeoordelingen is geen klacht, bezwaar of beroep mogelijk.

Artikel 24 Kosten

De kosten voor de diverse onderdelen zijn weergegeven in de tarievenlijst van het KFPS. In het geval dat deze kosten niet zijn weergegeven in de tarievenlijst, zijn deze verder uitgewerkt in de Uitvoeringsbepaling Reglement Hengstenkeuring.

Artikel 25 Nederlandse tekst

In alle gevallen is de Nederlandse tekst van het Reglement Hengstenselectie leidend en doorslaggevend. In geval van (mogelijke) verschillen tussen de Nederlandse tekst en vertalingen daarvan, prevaleert de Nederlandse tekst boven de vertaling daarvan en heeft (het betreffende onderdeel van) de vertaling geen rechtskracht.

Artikel 26 Onvoorziene situatie(s)

In het geval dit reglement niet voorziet in een bepaalde situatie, beslist het bestuur onherroepelijk.